Oehoe-geluiden

 

Geen vogel roept zo indrukwekkend zijn eigen naam OE-HOE!

Maar hoe krijgen ze het voor elkaar.

Vogels hebben geen stembanden, maar een heel ander geluidsorgaan, dat syrinx wordt genoemd.

                      

 

De syrinx is een orgaan van bot, kraakbeen, vliezen en spieren aan het eind van de luchtpijp. Daar waar de bronchiën zich opsplitsen naar de longen toe. Verder zitten er nog speciale luchtzakjes die de lucht eerst opslaan voor die naar de longen gaat. Uit onderzoeken is gebleken dat deze luchtzakjes een grote rol spelen bij het maken van het geluid. (zou men deze lek prikken, dan kan de vogel geen geluid meer maken).

De wand van de syrinx bevat vliezen, die men kan vergelijken met trommelvliezen. Hoe fijner hoe groter de variatiemogelijkheden van geluiden. Ook de lengte van de luchtpijp en de snelheid waarmee de lucht langs de vliezen gaat speelt een rol.

Een vogel kan geluid maken met een dichte snavel, maar door hem te openen wordt het geluid versterkt. Wel zo belangrijk als je gehoord wilt worden tijdens het afbakenen van je territorium.

                  

 

Mannetjes Oehoes versterken de akoestische werking van hun roep door het tonen van de witte keelvlek. Maar het meest functionele signaal in het donker is uiteraard het geluid. Oehoes hebben een relatief rijk repertoire aan geluiden voor korte en lange afstanden. Weliswaar beschikken ze niet over een zo rijk repertoire als zangvogels, maar de krachtig uitgeblazen dubbelklanken OE-HOE zijn onmiskenbaar. De geluiden van uilen zijn aangeboren en vertonen relatief geringe individuele en geografische variatie.(individuele stemherkenning van mannetjesuilen is bewezen voor Bosuil, Steenuil, Dwergooruil en Oehoe)

De uilenroep moet voor de lange afstand aan 3 criteria voldoen:

*moet op grote afstand hoorbaar zijn

*de frequentie moet overeen komen met het bereik van de ontvanger

*het geluid moet soortspecifiek en onmiskenbaar zijn

De Oehoe maakt gebruik van diepe, lage klanken om zo groot mogelijke afstanden te overbruggen, deze lage frequenties dragen behoorlijk ver in diverse landschappen en zelfs dichte bosvegetatie. Ze roepen - meestal open en bloot - vanaf een geëxponeerde zitplaats. Een boomtop, uitstekende rotspunt of favoriete tak. De typische roep/zang (monotone reeksen OEHOE-klanken met tussenpozen van 3-10 sec.) zijn bijna het gehele jaar door te horen. Op het hoogtepunt van balts (soms met korte tussen) zijn er tot wel 600 roepen per nacht geregistreerd.

    

Zittend in een licht voorovergebogen houding, met een iets opgerichte staart en oorpluimen tonen de mannetjes de witte keelvlek. (karakteristieke baltshouding van het mannetje)
 

De roep/zang van het vrouwtje klinkt hoger en meer gesmoord (Oeh-joe) en omvat een minder grote variatie in toonhoogte. Gepaarde Oehoes roepen/zingen soms in duet, met name aan het begin van de avond, maar de intensiteit kan per paar verschillen.

 

Het vocale repertoire van de Oehoe bevat allerlei geluiden zoals bijvoorbeeld het snavelknappen:  Een opvallend knakkend of knappend geluid dat wordt geproduceerd door de ondersnavel krachtig van de punt van de bovensnavel te laten afglijden. Dit vaak in combinatie met een reptielachtig blazen.

Ook een bibberend tot sjirpend geluid als gevoel van onbehagen dat nestjongen kunnen maken. Ook volwassen vogels kunnen dit bij agressieve confrontaties of angst laten horen. Ook het kakelen, klokken of trillen in een stotterend staccato als ‘voedergeluid’ zijn te horen. Deze geluiden voor de korte afstand moeten voldoen aan hele andere criteria en zijn daarom niet direct door een levenswijze in het donker bepaald.

 

Klik hier onder op de link om verschillende Oehoe geluiden te horen.

*Roep/zang van het mannetje

*Mannetje en vrouwtje samen roepend

*Alarm

*Bedelroep van de jongen

*Blazen en snavelknappen bij driegend gevaar



 
Klik hier voor de Oehoe geluiden
 
 
 
 

 

Hier onder een video met met man en vrouw die verschillende geluiden maken.

Met dank aan Rita Nijland en EGE-Uhu-webcam.